Bovenhuis

De
Westveensemolen heeft op de ondertoren het bovenhuis staan. Zonder staart en
gevlucht 13,5 ton, het wordt door de koker en de onderzetel gedragen. Om de
molen in de wind te kunnen draaien heeft de molen een staart met trap en
kruirad. De staart is al een flinke lange hefboom en de overbrenging van het
kruirad maken het mogelijk om het zaakje te kunnen kruien. In het molenerf zijn
kruipalen ingegraven. Door aan het kruirad te draaien trek je een ketting strak
die de staart inclusief het bovenhuis verschuift. Zo kan je ruimend kruien, dat
is met de klok mee. Of krimpend kruien, tegen de klok in.

Jelle is aan het kruien, de molen in de wind zetten.

Jelle is aan het kruien, de molen in de wind zetten.


Het bovenhuis herbergt ook de gietijzeren bovenas met daarop het bovenwiel, een
rondsel op de koningspil en de vang (rem). Wanneer de as draait drijft hij via
het bovenwiel het rondsel aan en die zit op de staande koningspil die door de
koker loopt.

exploded view van een bovenhuis

exploded view van een bovenhuis

Om de molen te kunnen stoppen heeft men om het bovenwiel 4 houten vangstukken (remblokken) van 30 cm breedte gemonteerd. In vrije stand zit er ongeveer 1 tot 2 cm afstand tussen wiel en de vangstukken. De vang wordt met een touw vanaf achter de molen bediend. Trek je aan het touw gaat er in het bovenhuis een balk omhoog. Door de balk gedoseerd te laten zakken trek je de ‘hoepel’ van vangstukken om het bovenwiel strak en remt de molen. Dit moet wel met beleid, omdat er veel  wrijvingswarmte vrijkomt en door de grote massa van het gevlucht (wieken) dat nog wil doordraaien zou de as kunnen afbreken.

Stirnrad und Ritsel

Stirnrad und Ritsel

Het bovenhuis is van 1837, nadat bij een storm het oude eraf gewaaid was.
Bovenwiel komt van een wipmolen in de Thamer polder bij Uithoorn